Kleurig, klein vogeltje

Dag kleurig, klein vogeltje
wat zit je daar toch zonder schroom
zo eenzaam zielig kou te kleumen
in die kale, hoge boom

Waar is toch je mooie mutsje
en je warme, wollen das
je sokjes ben je ook vergeten
evenals een dikke jas

Oh Ja, een ijsvogeltje ben jij
heel sierlijk en kleurrijk mooi
Jij kan dus goed tegen ijs en kou
met je zachte, warme verentooi

Had ik ook maar zo’n vacht
en sterke vleugels zoals jij
dan zaten wij nu misschien
samen in die boom, vrolijk en blij

Maar helaas dat zal niet gaan
ik zou snel een dode vogel zijn
want ik heb slechts een dun velletje
en dat voelt daarboven vast niet fijn.

Maar alle gekheid op een stokje
Ik bewonder je om je blijheid
Waren wij mensen maar zoals jij
zo vriendelijk en vol vrolijkheid.

 

23-02-03