Voor mijn tennisvriend

Wat is dat nou? Zag ik het goed? Ja, verdorie, het was mijn boek dat daar tussen allerlei rotzooi lag. Vorig jaar verschenen en hier als oud vuil op de grond. Mijn spannende roman Het Palmeneiland, waar ik jaren aan gewerkt had, was dus al gedegradeerd tot een prul.

Geïrriteerd vroeg ik: “Wat kost dat boek?”
“Dat met die blauwe cover? Vijftig cent, meneer. Voor een euro krijgt u er drie.”
Verschrikkelijk. Voor een paar centen werd mijn levenswerk hier verkwanseld.
Woest was ik. ‘Wat? Weet u wel, mevrouw, hoeveel inspanning dat boek gekost heeft?”
“Interesseert me niet, meneer. Ik wil mijn boekenvoorraad opruimen.”
Ik ke
ek in het boek en zag mijn handtekening met de opdracht: ‘Voor mijn tennisvriend Johan’. Zo, dus die lomperd had zomaar mijn boek weggedaan.

“Hoe komt u eigenlijk aan dit boek?”
“Van een vriend van me gekregen. Hij zei: moet je ook lezen. Best aardig. Ik heb het inderdaad gelezen. Dus kan het nu weg.”
“Weet u wel wie de auteur is, mevrouw?”
“Nou, nee. Ik heb nooit van die schrijver gehoord.”
“Ik, mevrouw! Ik heb het geschreven,” riep ik zo hard dat ze drie verkoopplekken verder verschrikt opkeken.
“Oh. Nou, het was een leuk romannetje, meneer.”

Een leuk romannetje? Is dat alles wat ze er over kon zeggen? Ik was geschokt.
Mijn dag was verziekt. Die Johan zal ik donderdag eens flink aanpakken, bedacht ik. Ik zal hem alle hoeken van de baan laten zien. Mijn wraak zal zoet zijn. 


01-05-2017