Hallo, Jules hier
Of je nu brood- of hobbyschrijver bent, ooit kom je voor de keus of je een nickname wil aannemen. En zo ja, welke.
Voor mij was de keuze voor een pseudoniem niet echt moeilijk. Ik heb als voornaam mijn oorspronkelijke roepnaam gekozen, omdat niemand mij onder deze naam nog kende.
Dat heb ik aan mijn vader te danken (of te wijten?).
Ik zal kort vertellen hoe dat gegaan is. Mijn naam was tot mijn 10e Juultje, maar omdat ik vrij snel groeide, werd dat na mijn 10e Jules (spreek uit Sjuul), net als mijn vader. Toen ik 15, 16 jaar was heb ik eens met enkele vrienden afgesproken om naar Loosdrecht te gaan. We zouden 11.00 uur vanaf mijn huis vertrekken. Het was zondag en behalve ikzelf was er niemand thuis.
Twee van de drie vrienden waren netjes op tijd. De derde, Kees geheten, was te laat. Even over elf werd er gebeld.
Ik nam de hoorn van de haak. “Hallo, Jules hier.”
“Hallo Jules, met Kees. Ik kom zo bij je langs. Oké?”
“Ja, natuurlijk. Tot zo dan.”
Klaar was het gesprek. Vreemd, dacht ik nog. Waarom belt hij eigenlijk, dat hadden we toch afgesproken? Na tien minuten wachten besloten we toch maar om met de fiets op pad te gaan. Kees wist immers waar we heen gingen. Toen ik ‘s avonds thuiskwam, kreeg ik enorm op mijn falie van mijn vader.
“Wat heb jij vanochtend geflikt?” riep hij boos.
“Ik?”
‘Ja jij, wie anders?”
“Ik ben met vrienden naar Loosdrecht geweest. We hebben fijn gezeild.”
“Ik bedoel dat telefoontje vanochtend.”
“Oh, dat was mijn vriend Kees. Die belde dat hij wat later kwam.”
“Nee, stommeling. Dat was je vriendje Kees niet. Dat was je ome Kees uit Leeuwarden. Die wilde op visite komen. En die heb jij voor een gesloten deur laten staan.”
“Oh, sorry.”
Mijn vader kon soms ontploffen, zoals nu. Hij sloeg met zijn vuist op tafel en riep woest: “Vanaf nu heet jij geen Jules meer, maar noemen wij jou Jelle. Geef dat maar aan al die vriendjes van je door. Ik wil de naam Jules voor jou nooit meer horen. De enige die hier nog Jules heet ben ik. Punt uit! En bel ome Kees om je excuses aan te bieden. Vertel er bij dat je voortaan Jelle genoemd wordt. Begrepen?”
Klaar was de kwestie en mijn vader was weer in zijn normale stemming.
Gezien de Frans klinkende naam Jules was het niet moeilijk om ook een Fransachtige achternaam te bedenken. Du Lac is namelijk de vertaling van mijn achternaam. En als je weet dat mijn overgrootvader visser was op één van de Friese meren, is het niet moeilijk meer om mijn echte achternaam te raden, toch?
Het leuke is dat diverse van mijn (sport)vrienden en andere bekenden, na het uitkomen van mijn spannende, deels waar gebeurde roman “Het Palmeneiland” en door de columns die ik elke maandag met mijn Nickname plaats op mijn eigen site julesdulac en op Facebook en Twitter, mij tegenwoordig weer Jules noemen.
Dus ik heb nu twee roepnamen en ik luister naar beide.
14-05-2018