Vakantiestress
Het is voor Bert de hoogste tijd om te stoppen met het werk en naar huis te gaan. De stres begint toete slaan. Iedereen is al lang naar huis. Maar ja, hij moest nog zoveel regelen voordat hij overmorgen op vakantie kan gaan: dossiers opruimen, betalingen voorbereiden, opdrachten aan zijn medewerkers doorgeven, noem maar op.
Alleen de twee schoonmaaksters zijn nog druk in de weer. Bert maakt nog even, zoals gebruikelijk, een praatje met ze, wenst ze een fijne avond en pakt zijn jack uit de garderobe.
Meteen merkt hij dat de autosleutel niet in zijn zak zitten. Hij voelt nog eens goed in al zijn zakken, keek op zijn bureau en zoekt op de grond.
‘Hebben jullie ergens een autosleutel gevonden?’, informeert hij bij de werksters. Het antwoord is negatief.
’Zal iemand hem soms gestolen hebben?’, vraagt hij vertwijfeld aan ze.
‘Kijk eens in je auto’, adviseert een van de dames. ‘Misschien zit hij nog in het contactslot.’
‘Ja, wie weet. Ik ga meteen kijken.’
Bert loopt als een speer naar de garage.
Tot zijn verbijstering is de plek, waar hij de auto altijd stalt, leeg.
In paniek rent hij terug naar kantoor en roept naar de schoonmaaksters: ‘Mijn auto is weg. Ze hebben hem gestolen.’
Ineens gaat van alles door zijn hoofd: Wat een ellende allemaal. Ik moet de politie bellen en ook mijn vrouw, want voorlopig ben ik nog niet thuis. En zaterdag op vakantie gaat dan ook misschien niet door. Ik moet ook nog de diefstal melden bij mijn verzekeringsmaatschappij en een andere auto regelen. En ik heb het al zo druk.
Als eerste belt Bert zijn echtgenote. ‘Raad eens wat; iemand heeft de auto uit de garage gestolen. Het wordt laat vanavond, schat. Ik moet nou nog allerlei zaken regelen.’
‘Maar lieverd, weet je het dan niet meer? Je bent vanochtend met de bus naar kantoor gegaan, zodat ik de auto mee kon nemen naar Annie in Den Bosch.’
‘Allemachtig, ben ik helemaal vergeten. Zie je wel, ik ben nodig aan vakantie toe. Mijn hoofd loopt helemaal om van de drukte. Ik kom meteen naar huis en dan drinken we een heerlijk wijntje bij het eten.’
14-07-14