Mein sgreifvauten  


Schrijven is eigenlijk een rare bezigheid. Je bent dagen, maanden, soms zelfs jaren aan het zwoegen en ploeteren om een mooi verhaal in een roman om te zetten, zonder zeker te weten of je schrijverij succes zal hebben. Maar ik blijf het een aangename bezigheid vinden.

Vooral een boek schrijven is een avontuur in de diepte. Je begint met een idee, zoekt een pakkende openingszin en gaat aan de reis beginnen. Onderweg kom je verschillende zijwegen tegen, die een bepaalde richting aan je verhaal kunnen geven.

En dan ontstaat langzamerhand het boek dat je voor ogen had. Onderweg heb je natuurlijk al de nodige aanpassingen doorgevoerd en er staan diverse versies op de harde schijf. Je hebt tig keren het spannende verhaal nagelezen, veel passages vernieuwd, verbeterd, ingekort of uitgebreid, maar dan komt het belangrijkste. De spelling- en grammaticafouten moeten uit het concept gehaald worden, vóór het uiteindelijke manuscript naar een drukker kan.

De spellingscontrole gaat er overheen en oh, oh, oh, wat komt er dan nog veel uit. Je gaat twijfelen aan je taalvaardigheid. Maar ook veel domme slordigheden komen naar voren. En dan die nare interpunctie, wel of geen komma voor de woordjes dat, of, omdat, dan en voor en na bijzinnen. Je vraagt je dan af of je vroeger op school nou zo slecht hebt opgelet tijdens Nederlandse taalles.

Dat allemaal gezegd hebbende, moet ik helaas bekennen dat er nog meer fouten zijn, waar ik mee te maken heb. Ik heb namelijk te veel hobby’s, waardoor ik het schrijfwerk vaak tussen allerlei bezigheden door moet doen. Zo houd ik veel van sporten, van lezen, van muziek en andere leuke bezigheden. Daardoor gebeurt het schrijfwerk vaak ’s avonds laat, of zelfs in de nachtelijke uurtjes. Nu heb ik de mazzel dat ik een avondmens, of beter gezegd een avond- en nachtmens ben. Veel mensen hangen tijdens die uren in een kroeg. Ik zit achter mijn laptop of PC en schrijf mijn stukjes.
Dat vind ik toch heel wat prettiger en nuttiger.

 
11-05-2014